donderdag 30 oktober 2008

Verhaal: deel I

Tja, al snel blijkt dat je op mij ook niet hoeft te rekenen. Beloof ik je dat het eerste verhaaldeel op 25 oktober zal verschijnen, staat er op 30 oktober nog niks. Nou, vooruit. Ik heb een uitgangspunt geschreven voor NaNoWriMo. De schrijfwedstrijd, weet je nog? Op 1 november start de wedstrijd. Vanaf morgen verschijnt hier, als het goed is, dus elke dag een nieuw verhaaldeel van zo'n 1500 woorden. Dat staat gelijk aan ongeveer drie A4'tjes.

Onderstaand, het allereerste deeltje:
----------------------------------------------------------------------------------

Een huisfeest. Alleen het woord al klinkt verschrikkelijk eng. Ik houd helemaal niet van feesten. Ik mag de komkommer snijden, want dat kan zelfs een culinaire nul als ik. Het huisfeest betreft een gezamenlijk etentje, en daarna een ‘borrel’. Borrel, ook weer zo’n woord dat ongekende afschuw bij me opwekt, maar enfin. Tegenover me zit Viv. Zij mag de tomaten snijden, en is kennelijk ook een nietsnut op keukengebied. Ik ben in elk geval niet de enige, is het eerste wat ik denk. Hoewel ze iets behendiger snijdt dan ik, is aan haar af te zien dat ze geen volleerd voedselkunstenares is, maar zich liever schuldig maakt aan Albert Heijn-opwarmmaaltijden, pizza’s, en meer van dat soort producten die louter in de winkel liggen voor mensen die niet hun heil zoeken in exotische en ingewikkelde recepten.

Er zijn negen van de vijftien gangbewoners op het huisfeest afgekomen. Zeven van de negen deelnemers lijken keukenhelden te zijn. Viv en ik zijn de nietsnutten tussen de chef-koks. Om er zeker van te zijn dat ze inderdaad niet stiekem een hoogstaand keukenprinses is, vraag ik haar of ze ‘ook niet zo weg is van koken’. ‘Ook niet zo weg van koken’ klinkt lekker neutraal. Het is een heel veilige methode van vraagstelling.

‘Haha, nee. Ik kookte nooit.’ Godzijdank. ‘Maar mijn vriend houdt ontzettend van koken, dus de laatste tijd gaat het iets beter.’ Lichte tegenvaller. ‘Maar geef mij maar gewoon een pizza.’ Zo mag ik het horen. ‘Dan hoef ik niet naar de keuken. Dat vind ik verschrikkelijk. Een praatje maken. Ik mag die mensen helemaal niet. Ik hoef ze helemaal niet te spreken. En als ik dan al een gesprek heb met iemand die ook in de keuken loopt, gaat het over het weer, of zo. Nou, dan hoeft het voor mij niet,’ antwoordde ze. En nog snel erachteraan: ‘Of zeg ik nu iets raars?’

1 opmerking:

Superficial space cadet zei

Nou ja; ik ben benieuwd. Zal niet veel lezen, daar ik zelf ook al een Nano ben. Maar toch, als ik even zit te klooien, ben je mijn eerste stop ;-)

Rock on!